ABN AMRO heeft de nettowinst in het eerste kwartaal met 13 procent zien terugvallen tot 475 miljoen euro euro, vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. Dat kwam vooral door Europese wettelijke heffingen. Die zorgden voor een kostenpost van 98 miljoen euro. Dinsdag liet ING al weten dat de kosten rondom regelgeving stevig waren opgelopen en het resultaat drukten.
Topman Gerrit Zalm van ABN AMRO sprak woensdag in zijn kwartaalbericht van een ,,uitdagende start” van 2016 door de onrust op de financiële markten. Het financiële concern had last van de zorgen over de Chinese economie, de lagere olieprijzen en de verdere verlaging van de rente. De zogeheten provisiebaten kwamen hierdoor lager uit.
Daartegenover stond wel dat ABN AMRO, geholpen door het herstel van de Nederlandse economie, nagenoeg geen voorzieningen voor slechte leningen meer hoefde te treffen. In het eerste kwartaal vorig jaar was de bank hier nog meer dan 250 miljoen euro aan kwijt.
ABN AMRO heeft vorig jaar al voorzieningen getroffen voor klanten in het midden- en kleinbedrijf waar mogelijk problemen met rentederivaten spelen en voor juridische claims. Omdat de hele kwestie nu opnieuw wordt beoordeeld door een door de overheid aangestelde commissie, sluit de bank niet uit dat er nog meer geld apart gezet moet worden. ABN AMRO benadrukt wel dat het advies over een uniforme vergoedingsregeling waarmee de commissie in juni verwacht te komen, niet bindend zal zijn.
Zalm zei nog te zoeken naar aanvullende manieren om kosten te besparen, efficiënter te werk te gaan en verder te investeren in digitalisering en innovatie. Daarover verwacht hij in de tweede helft van dit jaar meer bekend te kunnen maken. In een toelichting liet de bank weten dat de besparingen mogelijk uit alle lagen van de bank zullen worden gehaald. ABN AMRO deed woensdag geen voorspellingen voor de prestaties in de rest van het jaar.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl